• loei·zwaar
stellend
onverbogen loeizwaar
verbogen loeizware
partitief loeizwaars

loeizwaar

  1. met heel groot gewicht
     Wel is de dubbele, puntvormige zeef vrij lastig schoon te maken en is het hele gevaarte loeizwaar.[3]
  2. heel inspannend
     Op 2,5 kilometer van de meet draaien de renners de Via dei Principi d’Acaja op, een kort maar loeizwaar klimmetje van vijfhonderd meter met uitschieters tot 20 procent.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. loeizwaar op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Janneke Vreugdenhil
    “Vers van de pers : Groene draak” (5 april 2014) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Jorg Leijten
    “Steven in het roze: venijn van de langste Girorit zit ‘m in de staart” (26 mei 2016) op nrc.nl