• zwaar·we·gend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwaarwegend zwaarwegender zwaarwegendst
verbogen zwaarwegende zwaarwegendere zwaarwegendste
partitief zwaarwegends zwaarwegenders -

zwaarwegend

  1. met een groot gewicht meewegend
    • Dit is een zwaarwegende beslissing die je moet nemen. 
     Wat u is overkomen, Mia Holl, is meer dan genoeg voor een verzoek tot inachtneming van zwaarwegende omstandigheden.[1]
     Huilen deed ik alleen om minder zwaarwegende dingen.[2]

zwaarwegend

  1. met een groot gewicht meewegend
    • Dit proefwerk telt zwaarwegend mee. 
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1. “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789041417480
  2. Victoria Holt
    “Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be