wezel
- we·zel
- van Middelnederlands wesel / wesele, in de betekenis van ‘marterachtige’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wezel | wezels |
verkleinwoord | wezeltje | wezeltjes |
- (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Mustela nivales zeer klein en schuw dier uit de familie der marterachtigen (Mustelidae
- De wezel is het kleinste roofdier van Europa.
- bergwezel, geelbuikwezel, Javaanse wezel, langstaartwezel, naaktzoolwezel, Patagonische wezel, rugstreepwezel, Siberische wezel, witnekwezel
- Atlantische wezelhaai, grote wezelmaki, Milne-Edwards' wezelmaki, noordelijke wezelmaki, slanke wezelhaai, wezelcavia, wezelhaai, wezelhaaien, wezelmaki's
- wezelachtig, wezelbont, wezeldoder, wezelmaki
- Amerikaanse marter
- Amerikaanse nerts
- Amerikaanse otters
- Aziatische das
- bergwezel
- Birmese zonnedas
- boommarter
- Borneose zonnedas
- bunzing
- Chinese zonnedas
- das
- dassen
- Europese nerts
- fits
- fluwijn
- fret
- geelbuikwezel
- gestreept stinkdier
- gestreepte bunzing
- gevlekte bunzing
- grison
- hermelijn
- honingdas
- Japanse das
- Japanse marter
- Japanse otter
- Javaanse wezel
- Javaanse zonnedas
- Kaapse otter
- kleine marters
- kleinklauwotter
- kustotter
- langstaartotter
- langstaartwezel
- Maleise bonte marter
- marter
- marters
- mink
- naaktzoolwezel
- nerts
- nilgirimarter
- otter
- otters
- Patagonische wezel
- reuzenotter
- rivierotter
- rugstreepwezel
- sabeldier
- sabelmarter
- Siberische wezel
- skunk
- slanke otter
- steenmarter
- steppebunzing
- stinkdier
- stinkotter
- Sumatraanse otter
- tayra
- varkensdas
- veelvraat
- vismarter
- visotter
- vlekhalsotter
- West-Europese das
- witnekwezel
- zeemink
- zeeotter
- zilverdas
- zuidelijke rivierotter
- zwartvoetbunzing +
- Zo bang als een wezel zijn
Erg bang zijn[4]
1. bepaald soort zoogdier, Mustela nivales
- Het woord wezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wezel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "wezel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wezel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stoett-156, www.dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be