stinkotter
- Geluid: stinkotter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɪŋkɔtər / (3 lettergrepen)
- stink·ot·ter
- samenstelling van stink ww en otter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stinkotter | stinkotters |
verkleinwoord | - | - |
de stinkotter m
- (roofdieren) bepaald soort zoogdier Mustela putorius , kleine behendige marterachtige die als afweer een sterke stank kan verspreiden
- De bunzing wordt in de volksmond plaatselijk stinkotter genoemd. Wanneer hij wordt aangevallen of zich opwindt, spuit hij uit twee klieren onder zijn staart een stinkend vocht. [1]
- Amerikaanse marter
- Amerikaanse nerts
- Amerikaanse otters
- Aziatische das
- bergwezel
- Birmese zonnedas
- boommarter
- Borneose zonnedas
- bunzing
- Chinese zonnedas
- das
- dassen
- Europese nerts
- fits
- fluwijn
- fret
- geelbuikwezel
- gestreept stinkdier
- gestreepte bunzing
- gevlekte bunzing
- grison
- hermelijn
- honingdas
- Japanse das
- Japanse marter
- Japanse otter
- Javaanse wezel
- Javaanse zonnedas
- Kaapse otter
- kleine marters
- kleinklauwotter
- kustotter
- langstaartotter
- langstaartwezel
- Maleise bonte marter
- marter
- marters
- mink
- naaktzoolwezel
- nerts
- nilgirimarter
- otter
- otters
- Patagonische wezel
- reuzenotter
- rivierotter
- rugstreepwezel
- sabeldier
- sabelmarter
- Siberische wezel
- skunk
- slanke otter
- steenmarter
- steppebunzing
- stinkdier
- Sumatraanse otter
- tayra
- varkensdas
- veelvraat
- vismarter
- visotter
- vlekhalsotter
- West-Europese das
- wezel
- witnekwezel
- zeemink
- zeeotter
- zilverdas
- zuidelijke rivierotter
- zwartvoetbunzing +
- Het woord 'stinkotter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Schouten van der Velden, A."Lenige marterachtige is onmisbaar voor de aantalsregulatie van schadelijke dieren: Een bunzing stinkt van opwinding" in: Reformatorisch Dagblad (1 juni 1990); p. 18 RD+ 6) kol. 1; geraadpleegd 2019-09-04