veelvraat
- veel·vraat
- In de betekenis van ‘marterachtig roofdier’ voor het eerst aangetroffen in 1710 [1]
- 1710; samenstelling van veel en vraat , als leenvertaling van Nederduits Veelfraat, ontwikkeld uit Middelnederduits veelvratz (Reinke de Vos, 1498), vēlevrās, vēlevrāt,[2] aanvankelijk villevrās, ontleend aan Oudnoors fjeldfross, letterlijk ‘bergkater’, door volksetymologie geassocieerd met Mnd. vele, vēl ‘veel’ en vrāt ‘gulzigaard; het vreten’.[3] Onder invloed van Duits Vielfraß ‘Gulo gulo; gulzigaard’ ontstond de leenbetekenis ‘gulzigaard’ (sedert 1849).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veelvraat | veelvraten |
verkleinwoord | veelvraatje | veelvraatjes |
- (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Gulo gulo , een marterachtig roofdier, de grootste in de familie Mustelidae
- ▸ Met zijn gewicht tot 35 kilo is de veelvraat (ook wel warg genaamd) de zwaarste Europese marterachtige. Hij kan een lengte van maximaal 85 cm. hebben met een staart van 15 cm. Hij heeft donkere haren met lichte vlekken op de kop en gele aan de zijkant.[5]
- (vlinders) dagactieve nachtvlinder en rups Macrothylacia rubi [6]
- vraatzuchtig, gulzig persoon of dier, een gulzigaard
- Een luieraar en een luiwammes verschillen evenveel van elkaar als een lekkerbek en een veelvraat. Keek naar het verheven genot van parende libellen. Hoorde zelfs hun vleugels, een extatisch geluid, als flapperend papier tussen de spaken van een fiets. Tuurde naar een hazelworm die rond de wortels waar ik lag een miniatuur-Amazone verkende. Stilte? Niet helemaal, nee.[7]
- Amerikaanse marter
- Amerikaanse nerts
- Amerikaanse otters
- Aziatische das
- bergwezel
- Birmese zonnedas
- boommarter
- Borneose zonnedas
- bunzing
- Chinese zonnedas
- das
- dassen
- Europese nerts
- fits
- fluwijn
- fret
- geelbuikwezel
- gestreept stinkdier
- gestreepte bunzing
- gevlekte bunzing
- grison
- hermelijn
- honingdas
- Japanse das
- Japanse marter
- Japanse otter
- Javaanse wezel
- Javaanse zonnedas
- Kaapse otter
- kleine marters
- kleinklauwotter
- kustotter
- langstaartotter
- langstaartwezel
- Maleise bonte marter
- marter
- marters
- mink
- naaktzoolwezel
- nerts
- nilgirimarter
- otter
- otters
- Patagonische wezel
- reuzenotter
- rivierotter
- rugstreepwezel
- sabeldier
- sabelmarter
- Siberische wezel
- skunk
- slanke otter
- steenmarter
- steppebunzing
- stinkdier
- stinkotter
- Sumatraanse otter
- tayra
- varkensdas
- vismarter
- visotter
- vlekhalsotter
- West-Europese das
- wezel
- witnekwezel
- zeemink
- zeeotter
- zilverdas
- zuidelijke rivierotter
- zwartvoetbunzing +
1. bepaald soort zoogdier, Gulo gulo
|
|
- Het woord veelvraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veelvraat" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "veelvraat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wolfgang Pfeifer (2005), Etymologisches Wörterbuch des Deutschen, 8e druk, trefwoord: ‘Vielfraß’, uitg. Deutscher Taschenbuch Verlag, München.
- ↑ veelvraat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Veelvraat” (10/7/2020), wildlife.nl
- ↑ Vlinderstichting
- ↑ Mitchell, DavidWolkenatlas vertaald door Aad van der Mijn 2005 ISBN 9021474840 pagina 62
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be