Nederlands

 
Noord-Amerikaanse otter (Lontra canadensis)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ot·ters
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de ottersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord otter
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) onderfamilie Lutrinae   van in het water levende roofdieren uit de familie der marterachtigen (Mustelidae  ) bestaand uit dertien nog levende soorten, verdeeld over zes geslachten. De meeste otters hebben een slank lichaam met korte ledematen. Ze jagen voornamelijk op vis en kleine ongewervelde dieren.
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie