bunzing
- bun·zing
- van Middelnederlands bonsinc, in de betekenis van ‘marterachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1150 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bunzing | bunzingen bunzings |
verkleinwoord | bunzinkje | bunzinkjes |
de bunzing m
- (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Mustela putorius , klein marterachtig, behendig roofdiertje
- De bunzing gaat bij de jacht vooral op zijn neus en oren af.
- kleine marters, marterachtigen, roofdieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Amerikaanse marter
- Amerikaanse nerts
- Amerikaanse otters
- Aziatische das
- bergwezel
- Birmese zonnedas
- boommarter
- Borneose zonnedas
- Chinese zonnedas
- das
- dassen
- Europese nerts
- fits
- fluwijn
- fret
- geelbuikwezel
- gestreept stinkdier
- gestreepte bunzing
- gevlekte bunzing
- grison
- hermelijn
- honingdas
- Japanse das
- Japanse marter
- Japanse otter
- Javaanse wezel
- Javaanse zonnedas
- Kaapse otter
- kleine marters
- kleinklauwotter
- kustotter
- langstaartotter
- langstaartwezel
- Maleise bonte marter
- marter
- marters
- mink
- naaktzoolwezel
- nerts
- nilgirimarter
- otter
- otters
- Patagonische wezel
- reuzenotter
- rivierotter
- rugstreepwezel
- sabeldier
- sabelmarter
- Siberische wezel
- skunk
- slanke otter
- steenmarter
- steppebunzing
- stinkdier
- stinkotter
- Sumatraanse otter
- tayra
- varkensdas
- veelvraat
- vismarter
- visotter
- vlekhalsotter
- West-Europese das
- wezel
- witnekwezel
- zeemink
- zeeotter
- zilverdas
- zuidelijke rivierotter
- zwartvoetbunzing +
- stinken als een bunzingeen zeer onaangename lichaamsgeur verspreiden
1. bepaald soort zoogdier, Mustela putorius
- Het woord bunzing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bunzing" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bunzing op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "bunzing" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be