Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zee·mink
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeemink zeeminks
verkleinwoord zeeminkje zeeminkjes

Zelfstandig naamwoord

de zeeminkm

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Neovison macrodon   uit de familie van de marterachtigen (Mustelidae  )
    De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Prentis in 1903.
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie