otterspitsmuizen
- (IPA in voorbereiding)
- ot·ter·spits·mui·zen
- otterspitsmuis zn met de uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
- [2] op te vatten als samenstelling van otter zn en spitsmuizen zn
de otterspitsmuizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord otterspitsmuis
- meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een familie van deels in het water levende zoogdieren, Potamogalidae , uit de orde Afrosoricida die voorkomen in Afrika
- ▸ In West-Afrika komen wat semi-aquatische ‘otterspitsmuizen’ voor die in feite tenreks zijn.[1]
- [2] zie de categorie: Otterspitsmuizen in het Nederlands
- Het woord 'otterspitsmuizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Richard Dawkins & Yan Wong (vert. Bart Voorzanger)“Het verhaal van onze voorouder: Een pelgrimstocht naar de oorsprong van het leven”, Nieuw Amsterdam, 2017, ISBN 9789046821749, hfst. 13