rogge
- rog·ge
|
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rogge | - |
verkleinwoord | roggetje | roggetjes |
- (plantkunde) (enige) graansoort van het geslacht Secale , te weten Secale cereale die vooral geteeld wordt om er roggebrood en ontbijtkoek van te maken. In Ierland en de Verenigde Staten ook voor de productie van whisky (wikidata: rogge )
- (graan) zaad van rogge Secale cereale
1. en 2. (zaden van) plant Secale cereale
- Het woord rogge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rogge" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "rogge" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
rogge
rogge