• rog·ge·tje

het roggetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rog
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rogge
79 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be