Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Rob


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rob
Woordherkomst en -opbouw
  • herkomst onzeker, in de betekenis van ‘zeeroofdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1514 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord rob robben
verkleinwoord robbetje robbetjes

Zelfstandig naamwoord

de robm

  1. (roofdieren) benaming voor zoogdieren uit de familie zeehonden (Phocidae  )
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord rob robbe
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederlands

Zelfstandig naamwoord

rob

  1. (roofdieren) rob; een zeehond
Synoniemen


Middelengels

Zelfstandig naamwoord

rob

  1. gewaad
Schrijfwijzen


Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to  rob 
he/she/it  robs 
verleden tijd  robbed 
voltooid
deelwoord
 robbed 
onvoltooid
deelwoord
 robbing 
gebiedende wijs  rob 
Uitspraak

Werkwoord

rob

  1. overgankelijk, (misdaad) roven, beroven


Slowaaks

Werkwoord

rob

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord robiť


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • rob
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *orbъ

Zelfstandig naamwoord

rob mbezield

  1. (verouderd) slaaf, lijfeigene
Verbuiging



Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen

Verwijzingen

Zelfstandig naamwoord

rob

  1. genitief meervoud van roba

Werkwoord

rob

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord robit