pelsrob
  • pels·rob
enkelvoud meervoud
naamwoord pelsrob pelsrobben
verkleinwoord

de pelsrobm

  1. (roofdieren) zoogdier uit de onderfamilie Arctocephalinae   van oorrobben die voornamelijk op het zuidelijk halfrond leven
    • Op Kangaroo Island komen overigens alle dieren voor die je ook op het vasteland van Australië vindt. Zeldzame Australische zeeleeuwen, pelsrobben, buidelratten, de mierenegel, pinguïns, possums, pelikanen, wallaby’s, koala’s; ze zijn er allemaal. En dat op nog geen uurtje varen van het vasteland, dat we vanaf ons huisje in Emu Bay in de verte zien liggen. [1] 
    • In het nieuwe onderkomen krijgt het publiek de dieren uit drie klimaatgebieden te zien: de jungle (bijvoorbeeld vlinders, alligators, Aziatische olifanten en slangen), de noordpool en de zuidpool (pinguïns en pelsrobben) en de hete droge regio's (leeuwen, giraffes, struisvogels, neushoorns). Voor panters en tijgers is daarin geen plek. [2] 
77 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[3]
  1. De Telegraaf Fleur Schiffelers 25 augustus 2014 Domein der dieren
  2. De Telegraaf 27 okt. 2014 Panter weg uit Dierenpark Emmen
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be