zeehond
- zee·hond
- van Middelnederlands seehont, op te vatten als samenstelling van zee zn en hond zn , in de betekenis van ‘zeeroofdier’ aangetroffen vanaf 1293 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeehond | zeehonden |
verkleinwoord | zeehondje | zeehondjes |
de zeehond m
- (roofdieren) benaming voor zeezoogdieren uit de familie Phocidae
- Zeehonden vertoeven in de noordelijke zeeën en maken een blaffend geluid.
- bepaald soort zeezoogdier, Phoca vitulina
- [1] rob
- [2] gewone zeehond
- [1] baardrob, baikalrob, bandrob, Caribische monniksrob, gewone zeehond, grijze zeehond, Hawaïaanse monniksrob, Kaspische rob, klapmuts, krabbeneter, larghazeehond, Mediterrane monniksrob, monniksrobben, noordelijke zeeolifant, ringelrob, rosszeehond, saimaarob, weddellzeehond, zadelrob, zeeluipaard, zeeolifanten, zuidelijke zeeolifant
1. benaming voor zoogdieren uit de familie Phocidae
- Australische zeeleeuw
- baardrob
- baikalrob
- bandrob
- Californische zeeleeuw
- Caribische monniksrob
- galapagoszeebeer
- galapagoszeeleeuw
- gewone zeehond
- grijze zeehond
- guadalupezeebeer
- Hawaïaanse monniksrob
- juanfernandezzeebeer
- Kaapse pelsrob
- Kaspische rob
- kerguelenzeebeer
- klapmuts
- krabbeneter
- larghazeehond
- manenrob
- Mediterrane monniksrob
- monniksrobben
- Nieuw-Zeelandse zeebeer
- Nieuw-Zeelandse zeeleeuw
- noordelijke zeebeer
- noordelijke zeeolifant
- oorrobben
- pelsrob
- ringelrob
- rob
- rosszeehond
- saimaarob
- stellerzeeleeuw
- Subantarctische zeebeer
- walrus
- walrussen
- weddellzeehond
- zadelrob
- zeeberen
- zeehonden
- zeeleeuw
- zeeleeuwen
- zeeluipaard
- zeeolifant
- zeeolifanten
- zeerob
- Zuid-Amerikaanse zeebeer
- zuidelijke zeeolifant +
- Het woord zeehond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeehond" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ zeehond op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "zeehond" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be