Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Robbe
  • rob·be
Naar frequentie 25033
vervoeging
onbepaalde wijs robbe
tegenwoordige tijd robber
verleden tijd robba
robbet
voltooid
deelwoord
har robba
har robbet
onvoltooid
deelwoord
robbende
lijdende vorm robbes
gebiedende wijs robb
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

robbe

  1. onovergankelijk beroven, plunderen, roven, stropen
    «Vi planlegger å robbe en fransk bank eller gjøre innbrudd i en juvelerbutikk.»
    We zijn van plan een Franse bank te beroven of in te breken in een juwelier.
  2. onovergankelijk


  • rob·be
vervoeging
onbepaalde wijs robbe
robba
tegenwoordige tijd robbar
verleden tijd robba
voltooid
deelwoord
har robba
onvoltooid
deelwoord
robbande
lijdende vorm robbast
gebiedende wijs robb
robba
robbe
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

robbe

  1. onovergankelijk beroven, plunderen, roven, stropen

robbe

  1. gebiedende wijs van robba

robbe

  1. gebiedende wijs van robbe