afstand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·stand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en stand [1]
- Naamwoord van handeling van afstaan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afstand | afstanden |
verkleinwoord | afstandje | afstandjes |
Zelfstandig naamwoord
afstand m
- de (meetbare) ruimte tussen twee niet samenvallende objecten
- ~ doen van iets: geen aanspraak meer doen op eigendomsrechten, schenken, doneren, cessie, geven, afstaan
- Het meisje deed met moeite afstand van haar lievelingsbeer.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
eenheden van lengte (afstand) in het Nederlands (nld) |
---|
yoctometer • zeptometer • attometer • femtometer • picometer • nanometer • micrometer • millimeter • centimeter • decimeter • meter • decameter • hectometer • kilometer • megameter • gigameter • terameter • petameter • exameter • zettameter • yottameter |
parsec • kiloparsec • megaparsec • gigaparsec astronomische eenheid (AE) • lichtjaar • lichtminuut • lichtseconde • lichtuur • mijl • zeemijl |
Vertalingen
1. de ruimte die zich ergens tussen bevindt
Gangbaarheid
- Het woord afstand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "afstand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ afstand op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron “Brein achter omstreden Zweedse coronastrategie geeft fouten toe” (03-06-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
afstand
Veluws
Zelfstandig naamwoord
afstand