Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beeld·af·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beeldafstand beeldafstanden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de beeldafstandm

  1. (optica) afstand tussen het beeld en het midden van een lens of spiegel

Gangbaarheid

Meer informatie