Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·stand·sha·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afstandshamen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afstandshamen


onvolledig
  1. iemand in het openbaar aan de kaakstellen omdat hij of zij zich niet aan de afstandsregels heeft gehouden die in een epidemie gelden

Gangbaarheid