shamen
- sha·men
shamen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
shamen |
shamede |
geshamed |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk publiekelijk aanklagen via het internet
- ▸ Ik heb al wel de draagzakmaffia over me heen gehad, die reageerde op een foto waarop ik Mila blijkbaar niet goed droeg. Ja, die bestaat echt, er zijn hele community’s van draagzakmama’s die shamen als jij de draagzak in hun ogen verkeerd gebruikt.[2]
- ▸ Namen en shamen om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen. Dat is het doel van een nieuwe Britse wet, die bedrijven met 250 of meer werknemers verplicht om het verschil openbaar te maken tussen wat mannen en vrouwen verdienen. Om middernacht verloopt de deadline. Bedrijven die niet naar buiten zijn getreden met hun salarissen, riskeren dan een boete.[3]
- namen en shamendegenen die iets verkeerd doen bij naam bekendmaken, in de hoop dat ze zich daardoor beter gaan gedragen
- Het woord shamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ shamen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Mascha Feoktistova“Mascha Feoktistova: 'Ik schuw taboeonderwerpen zeker niet'” (11 december 2020) op nu.nl
- ↑ Weblink bron Pien van Engen“Britse bedrijven moeten nu met de billen bloot over loonkloof” (4 april 2018), NOS