distancia
- dis·tan·cia
enkelvoud | meervoud |
---|---|
distancia | distancias |
distancia v
vervoeging van |
---|
distanciar |
distancia
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van distanciar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van distanciar