• hec·to·me·ter
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘100 meter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1802 [1]
  • afgeleid van meter met het voorvoegsel hecto-
enkelvoud meervoud
naamwoord hectometer hectometers
verkleinwoord hectometertje hectometertjes

de hectometerm

  1. (natuurkunde), (wiskunde), (eenheid) een lengtemaat met een waarde van 102 meter, 100 meter of 0,1 kilometer, weergegeven met symbool hm
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]


hectometer (Amerikaans Engels)

  1. (natuurkunde), (wiskunde), (eenheid) hectometer