afstandssamenleving

  • af·stands·sa·men·le·ving
enkelvoud meervoud
naamwoord afstandssamenleving afstandssamenlevingen
verkleinwoord - -

de afstandssamenlevingv

  1. (maatschappij) sociaal geheel van mensen die hun levenswijze zo hebben aangepast dat ze ver uit elkaar blijven om besmetting met een ziekte te voorkomen
     En wat blijft er in de afstandssamenleving over van het studentenleven?[1]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie Onzekerheid over aanmeldingen nieuwe schooljaar in: MBO-krant, jrg. 13 nr. 57 (juni/juli 2020), Stichting Media Beroepsonderwijs, Nijmegen, p. 3 kol. 5