studie
- stu·die
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bestudering van bepaald vak’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studie | studies studiën |
verkleinwoord | studietje | studietjes |
de studie v
- (onderwijs) tijd die men besteedt om zich kennis of een vaardigheid eigen te maken
- Hij heeft zijn studie er bijna opzitten.
- (wetenschap) tijd die men besteedt aan het uitzoeken van een bepaald onderwerp of probleem
- Uit deze studie komt duidelijk naar voren dat er een probleem is in het onderwijs.
|
1.
- Het woord studie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "studie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "studie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ studie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studie | studies |
- stu·die
studie
- (onderwijs) studie; tijd besteed om zich kennis of vaardigheid eigen te maken
- studie; tijd besteed aan het uitzoeken van een bepaald onderwerp of probleem
studie
studie
- IPA: /stʊdɪjɛ/
- stu·die
studie v
- studie; vakkundig of wetenschappelijk werk
- «Podle nejnovější studie má nadměrnou hmotnost více než polovina dospělých v Česku.»
- Volgens de nieuwste studie heeft meer dan de helft van de volwassenen in Tsjechië overgewicht.
- «Podle nejnovější studie má nadměrnou hmotnost více než polovina dospělých v Česku.»
- (kunst) studie; arbeid meestal als voorbereiding op de uitwerking van een groter werk
- «Většinu ze čtyřiceti vystavených prací tvoří portrétní studie.»
- Het meerendeel van de veertig uitgestelde werken vormt een portretstudie.
- «Většinu ze čtyřiceti vystavených prací tvoří portrétní studie.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | studie | studie |
genitief | studie | studií |
datief | studii | studiím |
accusatief | studii | studie |
vocatief | studie | studie |
locatief | studii | studiích |
instrumentalis | studií | studiemi |
- (onderwijs) studie; het systematisch verkrijgen van kennis en intellectuele vaardigheden
- «Rodiče se poznali na studiích.»
- De ouders hebben elkaar leren kennen tijdens hun studietijd.
- «Rodiče se poznali na studiích.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | - | studie |
genitief | - | studií |
datief | - | studiím |
accusatief | - | studie |
vocatief | - | studie |
locatief | - | studiích |
instrumentalis | - | studiemi |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.