Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·die·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studiemeester studiemeesters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de studiemeesterm

  1. (onderwijs) iemand die toezicht houdt op school m.n. tijdens proefwerken, examens maar ook op de speelplaats
    • Er staat wel iets tegenover het opschroeven van het aantal uren. Crevits belooft dat er geen ‘taakverzwaring’ volgt. Bijvoorbeeld door het aantal opdrachten op school buiten het lesgeven tot maximaal vier uur per week te beperken. Toezicht op de speelplaats zou ook verleden tijd zijn binnenkort. Dat wordt een taak voor het ondersteunend personeel, de opvoeders of de studiemeesters.[2] 
  2. coach voor scholieren en studenten
    • Zeggen dat externe scriptiehulp niet mag, is dus ook zeggen dat allochtone studenten en studenten uit niet-academische kringen niet zouden mogen afstuderen. Kinge Siljee, scriptiebegeleider Studiemeester, Amsterdam [3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard VRIJDAG 27 JANUARI 2017
  3. Volkskrant 12 juni 2013