studievaardigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·die·vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studievaardigheid studievaardigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de studievaardigheidv

  1. (onderwijs) de vaardigheden die nodig zijn voor het studeren
    • Voor dat je iets kunt leren zul je eerst moeten 'leren te leren', zul je eeste studievaardigheden moeten verwerven. 
    • Bij studievaardigheden gaat het om vaardigheden als het verzamelen en lezen van informatie, het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, aantekeningen maken, samenvatten en presenteren. 

Meer informatie

Gangbaarheid