Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·die·toe·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studietoelage studietoelagen
studietoelages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de studietoelagev / m

  1. geld dat een student ontvangt om een studie te kunnen volgen
     De maandelijkse studietoelage voor studenten met een functiebeperking moet omhoog. Ook moet het afgelopen zijn met de verschillen in hoogte van deze bedragen die nu nog per gemeente worden vastgesteld. Dat bepleit de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) in een onderzoeksrapport.[2]
     Van een aantal is het paspoort, de studietoelage of de huursubsidie ingetrokken en soms worden hun kinderen onder toezicht geplaatst. Volgens Pestman snappen veel betrokkenen niet waarom zulke maatregelen worden getroffen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “LSVb breekt opnieuw lans voor studenten met beperking” (Dinsdag 18 december 2018, 13:42), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “"Aanpak jihadisten werkt averechts"” (Woensdag 27 augustus 2014, 16:58), NOS