studiereis
- Geluid: studiereis (hulp, bestand)
- stu·die·reis
- samenstelling van studie zn en reis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studiereis | studiereizen |
verkleinwoord | studiereisje | studiereisjes |
- een reis die men maakt om wat te leren; een reis die men maakt in het kader van een opleiding; een reis die men maakt om een zaak te onderzoeken
1. een reis die men maakt om wat te leren; een reis die men maakt in het kader van een opleiding; een reis die men maakt om een zaak te onderzoeken
- Het woord studiereis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “'Je hoort van iedereen dat Nederland helemaal is veranderd. Dat is wel heel raar'” (26-04-2020), NOS