raken
- ra·ken
- In de betekenis van ‘treffen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
raken |
raakte |
geraakt |
zwak -t | volledig |
[A] raken (voltooid deelwoord met 'heeft')
- overgankelijk een klap, schot of stoot toebrengen
- Hij raakt de paal met zijn hand/met de bal.
- overgankelijk, (figuurlijk) emoties opwekken
- Die grootmoedige houding raakt me.
- ▸ De deze week op 78-jarige leeftijd overleden Liesbeth List heeft een hoop mensen geraakt met haar stem, haar muziek en door wie ze was. NU.nl spreekt met verschillende artiesten en acteurs die speciale herinneringen aan haar ophalen.[2]
- [1]: missen (Hij miste de paal met zijn hand/met de bal)
- geraak, raakcirkel, raakkoorde, raakkromme, raaklijn, raakpunt, raakruimte, raakvlak, rakelings, raker
1. een klap, schot of stoot toebrengen
[B] raken (voltooid deelwoord met 'is')
- ergatief in een bepaalde toestand of situatie komen
- Dit is in de vergetelheid geraakt.
- hulpwerkwoord maakt een ergatieve constructie met een bijvoeglijk naamwoord of voltooid deelwoord
- Hij is daardoor verlamd geraakt.
- [1-2]: kwijtraken, leegraken, losraken, opraken, zoekraken
- [2]: verworden
- [1]: in een slip raken
- Omstreeks kwart over vijf raakte op de A58 een auto tijdens onweer en een hagelbui in een slip bij de afslag Heinkenszand.
- [1]: in paniek raken
- Voor het strand raakte de vrouw in paniek toen ze de rubberboot door de hoge golven niet meer onder controle had.
- [2]: gewond raken
- Eén brandweerman raakte bij de reddingsactie gewond.
1. in een bepaalde toestand of situatie komen
2. maakt een ergatieve constructie met een bijvoeglijk naamwoord of voltooid deelwoord
1. in een slip raken
|
1. in paniek raken
|
2. gewond raken
|
[C] raken (voltooid deelwoord met 'heeft')
de raken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord raak
- Het woord raken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "raken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "raken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Herinneringen aan Liesbeth List: 'Ineens deed ze die yogapose'” (27 maart 2020), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ra·ken
Naar frequentie | 160456 |
---|
raken
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van rake