jager

Niet te verwarren met: Jager

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jager    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈjaɣər / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ja·ger

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van jagen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jager	jagers
verkleinwoord	jagertje	jagertjes

Zelfstandig naamwoord

de jager m

1. (beroep) iemand die op jacht gaat
2. (militair) vliegtuig dat vooral bedoeld is om vijandelijke vliegtuigen en luchtafweer uit te schakelen
3. (militair) type schip van de marine
4. (militair) infanteriesoldaat van een jagerbataljon
5. (steltloperachtigen) benaming voor roofmeeuwen, behorend tot de familie Stercorariidae 
6. (scheepvaart) driehoekig zeil vooraan

Synoniemen

• [2] jachtvliegtuig
• [6] jagerzeil

Verwante begrippen

• [1] weitas, jachtgeweer, jachtseizoen, jachtschotel

Hyponiemen

   

Chileense grote jager Everetts spinnenjager aasjager alpenjager ambtenjager armenjager baantjesjager banenjager berenjager bladjager bommenjager boomjager carrièrejager communistenjager corruptiejager cryptische boomjager dennenstamjager dopingjager duikbootjager duiveljager duvelstoejager eenkleurige boomjager fossielenjager fraudejager geldjager gestreepte boomjager gestreepte spinnenjager grammenjager grote jager handtekeningenjager haringjager heksenjager hoerenjager hofjager honingjager ijsbergjager kaasjager ketterjager kleine jager kleine spinnenjager kleinste jager knakenjager kobbenjager kometenjager koopjesjager lintjesjager marinejager mensenjager middelste jager mierenjager mijnenjager nachtjager nazi-jager nieuwsjager onderscheppingsjager onderzeebootjager opiumjager pedofielenjager pedojager pelsjager pensejager pensjager planetenjager plokjesjager premiejager prijsjager promotiejager rendierjager robbenjager rokkenjager schansjager schattenjager scheepsjager souvenirjager spinnenjager spokenjager straaljager strepenjager subantarctische grote jager talentenjager terroristenjager torpedobootjager torpedojager truffeljager varrenjager ventjager verrejager verrenjager virusjager vrouwenjager walvisjager wolvenjager zeehondenjager zuidpooljager zwijntjesjager

Afgeleide begrippen

   

jager-verzamelaar jagerboom jageres jagermeester jagersfontein jagersgroen jagershond jagershuis jagersjas jagerslatijn jagerspak jagerssaus jagerstaal jagerstas jagersvereniging jagersvolk jagerzeil

Verwante begrippen

• mannelijke vorm van jaagster

Vertalingen

    1. iemand die op jacht gaat   

Afrikaans: jagter (af) Duits: Jäger (de) m Engels: hunter (en) Italiaans: cacciatore (it) m, cacciatrice (it) v

Frans: chasseur (fr) m Spaans: cazador (es) m Zweeds: jägare (sv) g

    2. jachtvliegtuig   

Afrikaans: jagvliegtuig (af), vegvliegtuig (af) Duits: Jagdflugzeug (de) o, Kampfflugzeug (de) o Engels: fighter aircraft (en), fighter plane (en), pursuit plane (en) Frans: chasseur (fr) m

Italiaans: caccia (it) m, aereo da caccia (it) m Noors: jagerfly (no) o Spaans: caza (es) m Zweeds: jaktflygplan (sv) o, jaktflyg (sv) o

    5. benaming voor roofmeeuwen, behorend tot de familie Stercorariidae   

Engels: skua (en)

Spaans: págalo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord jager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jager" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.