Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jacht·scho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jachtschotel jachtschotels
verkleinwoord jachtschoteltje jachtschoteltjes

Zelfstandig naamwoord

de jachtschotelv / m

  1. (voeding) ovenschotel in de Hollandse versie bestaande uit (rund)vlees, aardappelen, zure appels en uien

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be