jager-verzamelaar
- Geluid: jager-verzamelaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˌjaɣərvərˈzaməlar / (6 lettergrepen)
- ja·ger-ver·za·me·laar
- samenstelling van jager zn en verzamelaar zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.D
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jager-verzamelaar | jager-verzamelaars jagers-verzamelaars |
verkleinwoord | - | - |
de jager-verzamelaar m
- iemand die leeft van voedsel dat hij in de natuur vindt of wild dat hij vangt
Het woord beschrijft een vroege ontwikkelingsfase van de menselijke beschaving, voordat er akkerbouw en veeteelt was.- Uit het algemene inzicht dat de mens zich heeft ontwikkeld tot alleseter - de mens is in primitieve samenlevingen nog een typische jager-verzamelaar - volgt dat deze vraag bevestigend mag worden beantwoord: de mens mag vissen - en andere dieren - vangen om ze op te eten. [1]
1.
- Het woord jager-verzamelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Verheijen, F.J."Elk mei graech ris fiskje, maar mag dat eigenlijk wel" in: Leeuwarder Courant jrg. 225 nr. 219 (19 september 1977); p. 6 kol. 4; geraadpleegd 2019-11-14