In Wildervank staat een standbeeld van een scheepsjager.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheeps·ja·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepsjager scheepsjagers
verkleinwoord scheepsjagertje scheepsjagertjes

Zelfstandig naamwoord

de scheepsjagerm

  1. (beroep) (historisch) persoon die met zijn paard langs kanalen liep en zich met zijn paard verhuurde aan schippers om hun trekschuit voort te trekken
    • Een panorama van Den Haag omstreeks 1855, op de drempel van het industriële tijdperk. Rechtsonder zien we de Trekvliet met een scheepsjager en een trekschuit. [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen