scheepsjagen
- samenstelling van schip zn en jagen ww met het invoegsel -s- met klankverandering i - ee (IPA: /ɪ/ -/e/)
- scheeps·ja·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
scheepsjagen |
- |
- |
onvolledig |
scheepsjagen onovergankelijk
- (scheepvaart), (verouderd) het door mens of dier vanaf de wal slepen van schuiten
- Door het uitvallen van de buitenboordmotor moesten we ouderwets gaan scheepsjagen.
- De samenstelling "scheepsjagen" heeft als werkwoord geen andere vormen dan de onbepaalde wijs.
1. het vanaf de wal slepen van schuiten
- Het woord 'scheepsjagen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.