dolfijn
Niet te verwarren met: Dolfijn |
- [A] Geluid: dolfíjn (hulp, bestand) zn
- IPA: / dɔlˈfɛin / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /dɔɫˈfɛɪ̯n/
- (Vlaanderen, Brabant): /dɔlˈfɛːn/
- (Limburg): /dɔlˈfɛɪ̯n/
- IPA: / dɔlˈfɛin / (2 lettergrepen)
- [B] Geluid: dólfijn (hulp, bestand) bn
- IPA: / ˈdɔlfɛin / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈdɔɫfɛɪ̯n/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈdɔlfɛːn/
- (Limburg): /ˈdɔlfɛɪ̯n/
- IPA: / ˈdɔlfɛin / (2 lettergrepen)
- [A] eerste attestatie in 1287[1]; Middelnederlands delfijn, leenwoord uit Latijn delphīnus, overgenomen uit Laatgrieks delphîn (δελφῖν), uitbreiding van delfís (δελφίς).[2]
- [B] samenstelling van dol bn "zeer" en fijn bn "aangenaam"
- dol·fijn
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | dolfijn | dolfijnen |
verkleinwoord | dolfijntje | dolfijntjes |
[A] de dolfijn m
- (walvisachtigen) middelgrote, in school levende tandwalvis uit de familie Delphinidae , slank met zeer gladde huid, een spitse snuit, een hoge sikkelvormige rugvin en een horizontale staartvin
- In de zee zwom een dolfijn.
- ▸ De dolfijn lag trillend te kronkelen op de bodem, de kleine ogen schuimend dichtgeknepen.[3]
- Atlantische vlekdolfijn, clymenedolfijn, Chinese witte dolfijn, dolfijn van Peale, donkergestreepte dolfijn, dwerggriend, gestreepte dolfijn, gewone dolfijn, gladde dolfijnen, gramper, griend, grienden, guianadolfijn, havisidedolfijn, hectordolfijn, Indische griend, irrawaddydolfijn, Kaapse dolfijn, kameroendolfijn, kortsnuitdolfijn, langbektuimelaar, langsnuitdolfijn, noordelijke gladde dolfijn, orka, sarawakdolfijn, slanke dolfijn, snaveldolfijn, sotalia's, tucuxi, tuimelaar, witbuikdolfijn, witflankdolfijn, witgestreepte dolfijn, witlipdolfijn, witsnuitdolfijn, zandloperdolfijn, zuidelijke gladde dolfijn, zwarte zwaardwalvis
- Chinese vlagdolfijn, gangesdolfijn, gewone spitssnuitdolfijn, Japanse spitssnuitdolfijn, orinocodolfijn, shepherddolfijn, Stejnegers spitssnuitdolfijn, witte dolfijn, zuidelijke zwarte dolfijn, zwarte dolfijn
1. familie Delphinidae van mittelgrote tandwalvissen met vooruitstekende snuit
stellend | |
---|---|
onverbogen | dolfijn |
verbogen | dolfijne |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
[B] dólfijn
- bijzonder leuk
- Het woord dolfijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dolfijn" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "dolfijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dolfijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Keiharde dromen”, bloCnoot - Christelijke Amateurschrijvers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Van het Nederlandse dolfijn
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
dolfijn | dolfijnnan |
dolfijn
- Schrijfwijze op Aruba: dòlfein.