Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gan·ges·dol·fijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gangesdolfijn gangesdolfijnen
verkleinwoord gangesdolfijntje gangesdolfijntjes

Zelfstandig naamwoord

de gangesdolfijnm

  1. (walvisachtigen) Platanista gangetica   walvisachtige uit de familie van de Indische rivierdolfijnen (Platanistidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Roxburgh in 1801. Sommige publicaties beschouwen Platanista gangetica als een soort die de gangesdolfijn en de indusdolfijn omvat, in het Nederlands Zuid-Aziatische rivierdolfijn genoemd. In dat geval krijgt de ondersoort gangesdolfijn de wetenschappelijke naam Platanista gangetica gangetica. De indusdolfijn is geografisch gescheiden van de gangesdolfijn en vertoont er kleine verschillen mee
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie