• leuk
  • Etymologisch verwant met lauw, vergelijk modern Nederduits lūk 'lauw, flauw, kalm', Fries (verouderd) lûk 'sluw, slim', Engels lukewarm. [1]
  • [1] In de betekenis van ‘grappig’ aangetroffen vanaf 1892 (zie vindplaats hieronder).[2]
  • [2] De huidige, dominante betekenis van 'prettig, aangenaam' (eigenlijk 'zijnde vermakelijk, amusant' uit eerder 'schalks, zijnde grappig') dateert van ca. 1980, dankzij de opkomst van bekende film- en televisie-persoonlijkheden, die zowel vermakelijk als grappig uit de hoek konden komen.
  • [3] De oudere betekenis van 'kalm, bedaard' is bewaard gebleven in met name doodleuk en leukweg 'zeer kalm, nuchter, onverschillig'. Deze oudere betekenis is een figuurlijke betekenisverschuiving van oorspronkelijk 'lauw, halfwarm', die nog sporadisch aangetroffen wordt, vooral in de dialecten.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen leuk leuker leukst
allerleukst
verbogen leuke leukere leukste
allerleukste
partitief leuks leukers -

leuk

  1. grappig, schalks
     Ik kende dien artist niet, zegt hij, maar een van mijn kennissen had mij gezegd, dat hij zoo'n verbazend leuke vent was, die een massa verduiveld grappige dingen en kunstjes wist; aardigheden, waar je je buik bij moest vasthouden als hij bezig was.[3]
     Daarom babbelden ze nogal eens over de chauffeurs, die de bus afwisselend bestuurden. Die ene, dat was een leuke vent. altijd maakte hij grapjes, als je de bus in kwam. En lekker hard jagen dat hij kon, als ze eens wat aan de late kant waren! Dan die andere, die zei haast nooit wat, dat leek een echte slome.[4]
  2. prettig, aangenaam
     En Joop? „Doderer ...? Die zie ik toch liever op de tv. Daar kan ik wel om hem lachen. Maar die man is zó stug..., wéét u dat? Die Belg. die Jo de Meyere. dat was een leuke vent. Hij kwam altijd naast me zitten bij het eten. Die was echt geïnteresseerd in me".[5]
    • Dat feest gisteren was best leuk. 
    • `Ik vind dat je niets moet doen wat je niet leuk vindt.' ` Meneer Poons, in wat voor wereld leeft u eigenlijk?' [6] 
  3. (verouderd) bedaard, kalm
     De man, die dit ontdekte, was een voorzichtige, leuke vent, die zich zelf niet gaarne op den voorgrond plaatste.[7]
  4. (verouderd) halfwarm, lauw [1]
  • Alles leuk en aardig, maar ...
Dat iets zo is, lost het probleem niet op
  • De "onvoorspelbare" betekenisontwikkeling voor 'grappig' uit 'kalm, bedaard' voor leuk zou verklaard kunnen worden in het specifieke gebruik ervan in de jongeren- of studententaal [1]: leuk zou dan de slang uitdrukking kunnen hebben voor 'droogkomisch'. Een aanwijzing hiervan is te vinden in de Utrechtsche studenten almanak van 1865 [8]:
    "Smaken verschillen, zal de beverige student wel gedacht hebben, toen hij in eer en deugd de Biltstraat opmarcheerde. —De leuke koek ! Ziehier den gastheer in gezelschap van zijn epitheton ornans: koek is bijgenaamd de leuke, omdat hij criant vervelend kan zijn, zeer onverschillig is, en ontzettend veel nonsensicale stopwoordjes tot zijne dispositie heeft".
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[9]
  1. 1,0 1,1 leuk op website: Etymologiebank.nl
  2. "leuk" in:
    Sijs, N. van der
    Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3; p. 0)
  3.   Weblink bron Mengelwerk, een aardigheid (02-05-1892) in: Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 's Hertogenbosch, J.J. Arkesteyn & Zoon
  4.   Weblink bron De saaie chauffeur (06-11-1943) in: Nieuwe Apeldoornsche courant, dagblad voor Apeldoorn en de Veluwe, Apeldoorn, J.G.C. Wegener, p. 2.
  5.   Weblink bron "Een gesprek met een hoofdrolspeler. (29-03-1980) in: De waarheid, Amsterdam, p. 7.
  6. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 149
  7.   Weblink bron Buitenland. Groot-Brittanie. Het vergaan van de Hegaers (28-11-1871) in: Algemeen Handelsblad, Amsterdam, P. den Hengst en Zoon [etc.], p. 1.
  8. Utrechtsche studenten almanak voor het haar 1865, p. 23. Geraadpleegd op Delpher op 17-07-2020.
  9.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


leuk

  1. leuk; prettig, grappig, aangenaam


leuk

  1. leuk; prettig, grappig, aangenaam