witsnuitdolfijn

Nederlands

1. Een witsnuitdolfijn (Lagenorhynchus albirostris).

Uitspraak

• Geluid:  witsnuitdolfijn    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwɪtsnœydɔlˌfɛin / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• wit·snuit·dol·fijn

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  wit bn,   snuit zn  en  dolfijn zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	witsnuitdolfijn	witsnuitdolfijnen
verkleinwoord	witsnuitdolfijntje	witsnuitdolfijntjes

Zelfstandig naamwoord

de witsnuitdolfijn m

1. (walvisachtigen) Lagenorhynchus albirostris  een soort dolfijn

Hyperoniemen

• dolfijnen, tandwalvissen, walvisachtigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'witsnuitdolfijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.