• snuit
enkelvoud meervoud
naamwoord snuit snuiten
verkleinwoord snuitje snuitjes

de snuitm

  1. (zoötomie) reukorgaan van dieren
    • Honden en katten met een platte snuit mogen voortaan niet meer meevliegen met Brussels Airlines.[5] 
  2. (metonymisch) gezicht

snuit m, o

  1. (textielindustrie) vezels die na het bewerken van vlas als afval overblijven
vervoeging van
snuiten

snuit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van snuiten
  2. gebiedende wijs van snuiten
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]