snuitvlinder
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- snuit·vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van snuit zn en vlinder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snuitvlinder | snuitvlinders |
verkleinwoord | snuitvlindertje | snuitvlindertjes |
Zelfstandig naamwoord
de snuitvlinder m
- (vlinders) Pterostoma palpina een vlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae), die verspreid over Europa voorkomt, tot aan Centraal Azië. Hij heeft een spanwijdte van 35 tot 52 millimeter. De vlinder overwintert als pop in de strooisellaag onder de waardplant
- (vlinders) Libythea celtis een vlinder uit de familie van de Nymphalidae
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'snuitvlinder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.