Nederlands

 
Snuitvlinder (Pterostoma palpina)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • snuit·vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snuitvlinder snuitvlinders
verkleinwoord snuitvlindertje snuitvlindertjes

Zelfstandig naamwoord

de snuitvlinderm

  1. (vlinders) Pterostoma palpina   een vlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae), die verspreid over Europa voorkomt, tot aan Centraal Azië. Hij heeft een spanwijdte van 35 tot 52 millimeter. De vlinder overwintert als pop in de strooisellaag onder de waardplant
  2. (vlinders) Libythea celtis   een vlinder uit de familie van de Nymphalidae
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie