pop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pop
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gulden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1869 [1]
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘speelgoed’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1252 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pop | poppen |
verkleinwoord | poppetje popje |
poppetjes popjes |
Zelfstandig naamwoord
- nagemaakte mens, meest als speeltuig
- Zij speelt met haar poppen.
- het stadium tussen larve en imago van een insect
- De pop van deze zijderups is ingesponnen in zijde.
- wijfjesvogel
- Hij heeft drie poppen van die kleurkanarie.
- prop
- binnenste van een sigaar
- gulden
pop v
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
- De poppen aan het dansen hebben
Problemen hebben door iets
- een teer poppetje
- iemand die zeer kwetsbaar is
- poppetje gezien kastje dicht
- ik laat het je nu verder niet meer zien
Vertalingen
1. speeltuig
|
2. verpopte rups
Gangbaarheid
- Het woord pop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pop" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.