Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pop·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen popachtig popachtiger popachtigst
verbogen popachtige popachtigere popachtigste
partitief popachtigs popachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

popachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van een pop
    • Het meisje was door de moeder tot een popachtig wezentje aangekleed. 
  2. lijkend op popmuziek
Synoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be