Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pop·zen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord popzender popzenders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de popzenderm

  1. (media) radiozender waar men vooral popmuziek afspeelt
     De actie zag er vanwege de coronacrisis anders uit dan gebruikelijk. De zes dj's zaten sinds vrijdag opgesloten in een hangar van Vliegveld Twenthe, moesten 24 uur per dag radio maken en tegelijkertijd een loopband draaiende houden. Luisteraars van de publieke popzender konden in ruil voor een donatie een nummer aanvragen.[1]
     Geen krant, tijdschrift of televisiezender als tussenstation: iedereen kan het doen. "Het geeft een hele nieuw boost aan het lezen", oordeelde de Franse jongeren- en popzender NRJ afgelopen jaar.[2]
     Elizabeth gaf eerst een interview op BBC Radio 4 en bracht daarna een bezoek aan de studio van popzender Radio 1, waar ze een optreden van de band The Script bijwoonde.[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “3FM Serious Request haalt 2 ton meer op dan vorig jaar” (DONDERDAG 24/12/2020), NOS
  2.   Weblink bron
    Frank Renout
    “In 'walhalla voor papierfetisjisten' zijn booktubers een succes” (06-01-2018,), NOS
  3.   Weblink bron “Elizabeth loopt BBC-uitzending in” (07-06-2013), NOS