de zender m [3]
- iemand die iets zendt, verstuurt of doet toekomen
- (techniek) toestel dat elektromagnetische golven uitstraalt
- (media) bedrijf dat een zender [2] gebruikt om radio- of televisieprogramma's om te roepen
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
zender
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zenderen
- gebiedende wijs van zenderen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zenderen
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|