Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nieuws·zen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwszender nieuwszenders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nieuwszenderm

  1. (media) een televisiezender die de gehele dag nieuws en achtergrondinformatie uitzendt
    • De voormalige president had een vraaggesprek met de Amerikaanse nieuwszender. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid