sokpop
  • sok·pop
enkelvoud meervoud
naamwoord sokpop sokpoppen
verkleinwoord sokpopje
sokpoppetje
sokpopjes
sokpoppetjes

de sokpopv / m

  1. (speelgoed) een uit een sok gemaakte handpop
  2. (informatica) een extra online identiteit (zoals een accountnaam) die – meestal heimelijk – gebruikt wordt door iemand als alternatief voor diens andere, meer bekende identiteit
    • Hij is hier als sokpop actief. 
59 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be