communicatiemiddel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mu·ni·ca·tie·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord communicatiemiddel communicatiemiddelen
verkleinwoord communicatiemiddeltje communicatiemiddeltjes

Zelfstandig naamwoord

het communicatiemiddelo

  1. (communicatie) een manier om te communiceren
    • Een hoofdgebaar maken kan ook een communicatiemiddel zijn. 
  2. (telecommunicatie) een apparaat dat communicatie vergemakkelijkt of onder nieuwe omstandigheden mogelijk maakt
    • Mobiele telefoons zijn een zeer jong communicatiemiddel, hoewel ze al niet meer uit de maatschappij weg te denken zijn. 
Synoniemen
Meroniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be