communicatiemiddel
- Geluid: communicatiemiddel (hulp, bestand)
- IPA: /ˌkɔmyniˈkatsiˌmɪdəɫ/
- com·mu·ni·ca·tie·mid·del
- samenstelling van communicatie en middel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | communicatiemiddel | communicatiemiddelen |
verkleinwoord | communicatiemiddeltje | communicatiemiddeltjes |
het communicatiemiddel o
- (communicatie) een manier om te communiceren
- Een hoofdgebaar maken kan ook een communicatiemiddel zijn.
- (telecommunicatie) een apparaat dat communicatie vergemakkelijkt of onder nieuwe omstandigheden mogelijk maakt
- Mobiele telefoons zijn een zeer jong communicatiemiddel, hoewel ze al niet meer uit de maatschappij weg te denken zijn.
- advertentie, autotelefoon, brief, computer, e-mail, email, fax, film, gsm, gsm-toestel, huistelefoon, intelsatelliet, intercom, internet, kattebelletje, kortegolfzender, krant, langegolfzender, mail, marifoon, media, medium, mms, mobiel, mobieltje, mobilofoon, modem, morse, pc, pers, post, prikbord, radar, radio, satelliet, schoolbord, seinarm, seinbord, seinlamp, seintoestel, seinvlag, seinvuur, sms, sms'en, stem, taal, telefax, telefonie, telefoon, telegraaf, telegrafie, teletekst, televisie, telex, toneel, tv, video, videotex, voertaal
2. een apparaat dat communicatie vergemakkelijkt of onder nieuwe omstandigheden mogelijk maakt
- Het woord communicatiemiddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "communicatiemiddel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be