video
- vi·deo
de video m
- (elektronica) techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezette beeldinformatie
- Je kan de presentaties door middel van video volgen.
- (communicatie) videofilm of videoband
- Ik heb een video voor de kinderen meegenomen.
- Je moet echt je video's over gaan zetten naar dvd, hoor!
- videorecorder
- Wij hebben nog een ouderwetse video thuis.
|
- Het woord video staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "video" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ video op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | video | video's |
- vi·deo
video
- (elektronica) video; de techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezette beeldinformatie
- (communicatie) video; een videofilm of videoband
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
video
- (elektronica) video [1]
- (elektronica) VHS [1], videorecorder
- (elektronica) videoband, videocassette, videotape
- (filmkunst) videofilm
- (filmkunst) videoclip
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to video |
he/she/it | videoes |
verleden tijd | videoed |
voltooid deelwoord |
videoed |
onvoltooid deelwoord |
videoing |
gebiedende wijs | video |
- IPA: /vɪdɛɔ/
- vi·deo
- Leenwoord uit het Engels
video o
- (elektronica) video; de techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezette beeldinformatie
- (communicatie) video; een concrete opname met behulp van video [1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.