Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·deo·muur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord videomuur videomuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de videomuurm

  1. een muur die kan dienen als videoscherm; een videoscherm dat zo groot is als een muur
    • De dome, naar een ontwerp van het vermaarde architectenbureau Benthem Crouwel, is een zwarte doos met aan de buitenzijde 840.000 led-lampjes, die van de gevel een videomuur maken. [1] 
    • Net zoals de liedjes van haar laatste twee albums strak verbonden zijn met de bijgeleverde filmpjes, is ook elke song op het concertpodium visueel uniek. Met hulp van een gigantische videomuur en een stortvloed aan flitsende danschoreografieën werd alle nummers levende én perfect uitgelichte videoclips. [2] 

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen