videocamera
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: videocamera (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vi·deo·ca·me·ra
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van video en camera
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | videocamera | videocamera's |
verkleinwoord | videocameraatje | videocameraatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (elektronica), (communicatie) camera waarmee men video-opnamen kan maken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord videocamera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "videocamera" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be