videoprojector
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·deo·pro·jec·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van video en projector
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | videoprojector | videoprojectors |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de videoprojector m
- (elektronica), (communicatie) apparaat voor het projecteren van videobeelden
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'videoprojector' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.